Maastricht

Maastricht
©A.M. Valleau

tentoonstelling 'stadsliefde'

©A.M. Valleau

De tentoonstelling 'stadsliefde' loopt door tot 3 juli aanstaande.
Mochten jullie het nog willen zien, dan kan dit nog.
Te bezoeken bij Ragazza, Kapoenstraat 17 in Maastricht, tijdens openingsuren,
schuin tegenover de boekhandel de Tribune.
Veel kijkplezier!

Don Quichot | 01 Bouwhistorie









Nieuw in oud
Ingeval ons architectenbureau betrokken is bij Rijksmonumenten om deze een nieuwe bestemming te geven en dus te verbouwen, baseren we ons nieuwe ontwerp op het bouwhistorisch rapport. Dit bouwhistorisch rapport wordt opgesteld door een bouwhistoricus. Diegene die de laagste offerte heeft gemaakt wordt vaak het werk gegund.
Dit bouwhistorisch rapport is zo belangrijk dat het als ‘wet’ gezien wordt voor opdrachtgever en voor de gemeente en wordt dus de basis voor het beoordelen van een plan en voor het nieuwe ontwerp.

Bouwhistorisch rapport is leading
Als bouwkundig tekenaar én als monument geëngageerde, moet ik helaas vaak constateren dat deze rapporten niet kloppen. Uit eigen ervaring een voorbeeld: een trap moet behouden blijven, want volgens het rapport is deze uit 1850 afkomstig. Wij hebben onze twijfels en vragen een second opinion. Deze deskundige bevestigt onze bevindingen; de trap is uit 1960 en dus van hele andere waarde.
Een ander voorbeeld is dat er drie deuren aanwezig zijn in achtereenvolgende ruimten en dus ook een aantal muren. Allen identiek maar twee ervan worden in het bouwhistorisch rapport gekenmerkt als waardevol en de derde als ‘indifferent’? Dit kan toch niet kloppen?



Ongezien moois
Ook zie ik tijdens een rondgang door het pand, andere historisch waardevolle elementen die in het rapport totaal niet omschreven worden en waarvan ik zeker weet dat ze behouden moeten blijven.
Als betrokken professional voel ik mij verplicht om niet klakkeloos het bouwhistorisch rapport, de ‘wet’ te volgen. Er mag niet nog meer waardevol materiaal verloren gaan.

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoals zo vaak; prijs mag niet alleen leidend zijn in de keuze van partners in een bouwproces.
Monumenten verdienen een kwalitatief deskundige bouwhistoricus. Het bouwhistorisch rapport moet bovendien als basisrapport gehanteerd worden, maar niet als ‘wet’. Niemand mag zich hierachter verschuilen.
De betrokken partners hebben ook kennis en competentie in huis om het bouwhistorisch rapport aan te vullen en te verbeteren. Dit geldt zowel voor het betrokken architectenbureau als de gemeente en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Allen kunnen hun steentje bijdragen en hun verantwoordelijkheid nemen.
Onze monumenten zijn het waard!

Zoals de titel al suggereert; wordt vervolgd.

(Dit artikel was reeds gepubliceerd via: http://satijnplus.blogspot.nl/)

Stadhuis Maastricht 04 – Hollands Glorie/ Onzichtbare schilderijen


Het stadhuis Maastricht staat al 350 jaar en wordt nog dagelijks gebruikt.
De LGOG organiseert samen met de gemeente een lezingenreeks. Zaterdag 24 mei was de laatste lezing van de eerste vier.

Angelique Friedrichs van de SRAL (Stichting Restauratie Atelier Limburg) ging ons vertellen over onderzoek, advies en restauratie van de historische binnenruimten.

Voordat ze advies kunnen geven, gaan ze eerst op onderzoek. Het onderzoek was al vier jaar geleden begonnen. Nu werd het onderzoek voortgezet. Onderzoek naar oude archiefstukken waarin staat welke restauraties al hebben plaatsgevonden en hoe deze zijn uitgevoerd.
Onderzoek naar de geschiedenis middels kleuronderzoek, strijklicht, ultraviolet fluorescentie, oplosmeting van de verflagen, de manier van schilderen, en de schoonmaaktest of een combinatie van de voorgaande systemen om zo te achterhalen wat er werkelijk gebeurd is en of dit klopt met de archiefstukken.

Na een onderzoek kunnen ze de kleuren bijvoorbeeld herstellen om de oorspronkelijk architectuur te herstellen. Daarbij wordt steeds gekeken naar de relaties van de verschillende elementen in de ruimte omdat ze samenhangen.

Ze kunnen onder andere de vervuiling en de verkleurde vernislaag verwijderen zodat de schilderijen hun oorspronkelijke frisse kleuren terugkrijgen. Er was al een proefstrook te zien vanaf het plein. De schilderijen van het plein dateren uit 1669- 1671.

Ook liet ze ons een foto zien bij daglicht genomen over een stukje plafond zoals wij die kunnen zien vanaf het plein. Op de foto zagen we alleen schittering van het licht van buiten. Daarna kwam er een foto van dezelfde plafonddeel waar schilderijen tevoorschijn kwamen in de plaats van de schittering. Toen kwam de vraag: waarom zien we, als bezoeker, de schilderijen niet? Wat was de oorspronkelijke bedoeling van de schilderijen? Is er misschien iets in de architectuur gewijzigd? Helaas was daar nog geen antwoord op. Als toeschouwer ga je dan na de lezing rondlopen en kijken, op onderzoek, maar het antwoord ligt niet voor de hand.

Het natuursteen van de muren buiten en binnen verschillen nogal van kleur. Wat blijkt, de natuurstenen wanden binnen zijn ooit overgeschilderd. De voegen van de wanden aan het plein storen nu. In vergelijking met vroeger middels een foto waren de voegen niet duidelijk aanwezig. Het ijzer in de voegspecie is gaan oxideren waardoor het bruin is uitgeslagen.

Na alle adviezen en hieruit gekomen besluiten wordt er gerestaureerd. Als de restauratie  heeft plaatsgevonden, schrijft zij onder andere over het uitgevoerde werk zodat de toekomstige generatie de informatie eruit kan putten. Het onderzoek wordt in 2015 vervolgd en de restauratie wordt waarschijnlijk uitgevoerd in 2016.


Tot gauw met een nieuw item! Laat u verrassen!