Maastricht

Maastricht
©A.M. Valleau

Don Quichot | 05 Een aantrekkelijke schoonheid

‘Memory–buildings should respect the culture from which they have developed’
Titel van het zevende hoofdstuk van het essay ‘The Seven Lamps of Architecture’ geschreven door John Ruskin in mei 1849.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft zes esthetische uitgangspunten ontwikkeld voor het restaureren van monumenten. Voor u eerder op een rijtje gezet in Don Quichot 03.

Restaureren met kwaliteit
Tijdens het symposium “Restaureren met kwaliteit”, georganiseerd door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) in Utrecht, zijn deze punten helder gepresenteerd. Het duo dat de voordracht verzorgde, bestond uit Bastiaan van de Kraats, architect van 1m98 (!), en Jacqueline von Santen, senior-adviseur cultuurhistorie bij het RCE.

Met illustratieve, inspirerende voorbeelden van restauratieprojecten hebben ze bijzonder fraai de punten besproken en laten zien met pakkende voorbeelden uit het alledaagse leven, de beeldende kunst en de literatuur.



‘Zet in op herstel van historisch materiaal.’
Hét discussiepunt in deze blog.
Maar is herstel altijd nodig?
Neen, indien het gebouw constructief en bouwtechnisch niet lijdt. Of dat er geen onacceptabele vervolgschade ontstaat.

Schoonheid
Verval kan namelijk zo mooi zijn! Vaak zoeken wij dat op in het buitenland, maar in Nederland is bijna alles in orde en schoon. Jammer.
Als conservatiearchitect, zoals onze Belgische collega’s ons restauratiearchitecten noemen, kunnen wij het verval waarderen en conserveren.

Waarom dan alles herstellen?



Oost-Duitsland
Bovenstaande foto’s zijn van een bouwwerk uit voormalig Oost-Duitsland. Lang was er geen geld om dit gebouw te onderhouden. Toen de financiën aanwezig waren, hebben ze ervoor gekozen het constructief en bouwtechnisch vervallen deel te herstellen. De overige onderdelen zijn in hun verval gelaten. Ze worden wel verder in hun verval begeleid. Let op, dus niet verwaarloost! Nu kunnen we dit gebouw veilig gebruiken, bezoeken en ervan genieten.

Mooi verval
Niet alle monumentale gebouwen kun je in hun verval laten zien. Dit is met name afhankelijk van de nieuwe functie. Maar als het mogelijk is, dus als ongemakken zoals bijvoorbeeld stof of gruis, geaccepteerd kunnen worden, dan laat het stukje bouwhistorie van het gebouw gewoon zien.
Maar gaan de opdrachtgevers met ons mee in dit avontuur? Als we ze kunnen overtuigen van deze schoonheid, dan kan een gebouw haar historisch (fraai) verval laten zien.

Tot het volgende blog!

(Dit artikel was reeds gepubliceerd via: http://satijnplus.blogspot.nl/)

Don Quichot | 04 Restauratie - beperk de ingreep zoveel mogelijk

‘A thing of beauty is a joy for ever:
Its loveliness increases; it will never
Pass into nothingness; but still will keep … ‘


De eerste regels van het gedicht Endymion, geschreven door John Keats in 1818. Deze woorden zouden betrekking kunnen hebben op het gebouwd monument.


Museum aan het Vrijthof | Maastricht

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft zes esthetische uitgangspuntenontwikkeld voor het restaureren van monumenten.
Dit keer aandacht voor het tweede esthetisch uitgangspunt.
‘Beperk de omvang van de ingreep zo veel mogelijk’ luidt het uitgangspunt.

De praktijk
Een oud gebouw heeft schade en vertoont gebreken. De oorzaken kunnen heel verschillend zijn. Zo kan het materiaal vergaan zijn in de loop van de tijd. Of aangetast zijn door insecten of door dieren. Het bouwelement kan ook door gebruik versleten zijn. En zo zijn er tal van oorzaken te benoemen.

Het oude gebouw, in dit geval een Rijksmonument, heeft een onderhoudsbeurt nodig om de kapotte en niet meer functionerende bouwelementen te repareren of te herstellen. Vaak genoeg is dit beeld te herkennen zowel op het platteland als in de stad.

Het gebouw staat fier overeind, wellicht al eeuwen lang. De onderdelen zijn deels oorspronkelijk. En nu is het verval nabij door achtergebleven onderhoud.
Als restauratiedeskundige begint het dan te kriebelen. Gedachten stromen door het hoofd met als conclusie: “Daar moet iets aan gebeuren anders is het verval onherstelbaar. Eeuwig zonde!”

In vele gevallen komt men gelukkig naar ons bureau toe voor degelijk advies en begeleiding van de noodzakelijke restauratie.

Onderzoek
Het gebouw wordt van alle kanten bekeken. Met het blote oog, met de verrekijker en met de zaklamp wordt elke vierkante centimeter bestudeerd. Met potlood en papier wordt alle opnames genoteerd en getekend. Met de camera wordt een en ander vastgelegd. Er wordt ook nagedacht over de oorzaken van de verschillende schade gevallen.

Uitwerking
Eenmaal terug op kantoor, worden alle bevindingen uitgewerkt in digitale tekeningen. De gebreken, de te repareren onderdelen, de wijze van reparaties worden opgenomen in een uitgebreide technische omschrijving, inclusief fotoreportage. De technische omschrijving geeft bijvoorbeeld ook informatie over de specifieke recepturen voor de te gebruiken species en de kwaliteitseisen t.a.v. de verf.
Als alles in kaart is gebracht en de financiële consequenties duidelijk zijn voor de opdrachtgever dan wordt, na groen licht, het gebouw hersteld.

Weer vanouds
Aangetaste stenen zijn ingeboet en kapotte ruiten zijn vervangen.
Het oude gebouw is helemaal gerepareerd. Een monument gereed voor de toekomst!
Iedereen dolgelukkig zou je denken, totdat je verrast wordt door de opdrachtgever. "Het gebouw is als vanouds. De bijzondere sfeer is behouden. Ik zie nauwelijks wat er allemaal gebeurd is." En lachend voegt hij hieraan toe: "Heb ik daar al mijn geld in gestopt?"


Wellicht geen reactie die je verwacht, maar als restauratiedeskundige denk je: “Dan is het goed. Dan is de omvang van de ingreep zo beperkt mogelijk gebleven.”


Denk dan: ‘A joy for ever’


Tot de volgende keer!

(Dit artikel was reeds gepubliceerd via: http://satijnplus.blogspot.nl/)

Don Quichot | 03 Dilemma’s in de praktijk

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft uitgangspunten ontwikkeld voor het restaureren van monumenten.
Dit zal de Rijksdienst waarschijnlijk uitgebreid toelichten tijdens het symposium “Restaureren met kwaliteit” in oktober dit jaar.

Esthetische uitgangspunten
We zetten de 6 ethische uitgangspunten voor restauratie voor u op een rijtje:

1 - Een ingreep moet de oorzaak van de schade wegnemen
2 - Beperk de omvang van de ingreep zo veel mogelijk
3 - Zet in op herstel van historisch materiaal
4 - Vervang het materiaal als het op is, door hetzelfde materiaal in dezelfde techniek
5 - Behandel eerdere restauraties met respect
6 - Documenteer de ingrepen
(De toepassingen van deze uitgangspunten wordt nader uitgelegd op de site van de RCE).

Uiteraard respecteren wij als bureau deze standpunten en wij handelen er zoveel mogelijk naar. Maar is het, zoals het geschreven is, altijd reëel en uitvoerbaar? Nee, de praktijk blijkt weerbarstiger.

Om punt 1 te illustreren neem ik het voorbeeld van een topmonument in Nederland: het stadhuis in Maastricht.

Het stadhuis is 350 jaar geleden ‘opgeleverd’ en in gebruik genomen door de toenmalige stadbestuurders. Destijds was het interieur nog ruwbouw. Pas later, toen er weer geld voorhanden was, hebben ze geleidelijk het interieur afgewerkt met de rijke smaak die op betreffend moment gold.

Verzakkingen
Rond 1861 is het dakvorm van het stadhuis veranderd waardoor ook de kapconstructie gewijzigd is. De reden destijds was het verbeteren van de afwatering van het regenwater van het dak. Door deze wijziging is de kapconstructie niet meer zo stabiel zoals het oorspronkelijk bedoeld is.
Er verzakken daardoor onderdelen in de kapconstructie, in de vloerconstructie en in de plafondconstructie.

Eén van de verzakkingen is te zien in de doordruk van de plafondschilderingen van het ‘binnenplein’ in het stadhuis. De aftekening van de verzakte houten ribben van het gewelf is doorgedrukt in de schilderingen. Zo jammer!


Plafondschilderingen Stadhuis Maastricht

Hoe lossen we het op?

Wil je respect hebben voor een eerdere transformatie dan kun je in dit geval de oorzaak van de schade niet wegnemen. Wat doe je dan?

Ervoor zorgen dat er geen verdere vervolgschade ontstaat. Dat het geheel gestabiliseerd wordt zodat de constructie in de huidige positie blijft. Het huidige schadeniveau is nog net esthetisch en constructief acceptabel, dus hiermee wordt verder gegaan.

Zo zie je dat je vanuit de praktijk niet altijd kunt voldoen aan alle uitgangspunten van de RCE. Je handelt er wel zoveel mogelijk naar, met respect én gezond verstand ;)


Wordt vervolgd!

(Dit artikel was reeds gepubliceerd via: http://satijnplus.blogspot.nl/)

Don Quichot | 02 Kostbare flora en fauna


In het mooie Nederland waar we mogen wonen, werken en recreëren, bestaat er een flora- en faunawet. Deze wet is in het leven geroepen ter bescherming van het in wild levende planten- en diersoorten. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn.



Vergunningen
Zijn er ontwikkelingsplannen die mogelijk consequenties hebben voor flora en/of fauna, dan vraag je een omgevingsvergunning aan.
Bij restauraties van monumenten of het verbouwen van bestaande bouwwerken is er vaak flora en/of fauna aanwezig. Bij een enkele restauratie en herbestemmingsproject waaraan ik heb mogen werken vanuit ons bureau, zijn onderzoeken, aanvragen, planningen, uitvoeringsmaatregelen en (nieuwe) habitats gepleegd om de aanwezige flora- en fauna zo minimaal te storen. Projecten om trots op te zijn.

Bouwplanning aanpassen
Ik zal het even uitleggen. Wij kunnen namelijk veel betekenen voor het voortbestaan van de aanwezige bijzondere flora en fauna. Onderzoeken bewijzen vaak de aanwezigheid van beschermde planten en/of beschermde dieren. Als er bijvoorbeeld beschermende dieren zijn, kunnen de onderzoekers je helpen met het opstellen van een planning voor de uitvoering van de werkzaamheden. De uitvoerders respecteren dit en kunnen vaak met minimale middelen een habitat realiseren dat perfect aansluit aan de behoeften van de dieren.

Abdij Lilbosch
In de kapel van de Abdij Lilbosch is de planning van de restauratie afgestemd op de kraamperiode van de zeer zeldzame ingekorven vleermuizen. Er is zelfs tijdens de restauratieperiode een loopbrug aangebracht om ecologen de kans te geven de vleermuizen van dichtbij te observeren.
Geweldig toch?

Onze verantwoordelijkheid
Als ik door een stad loop en kijk naar een project in uitvoering, vraag ik me af of er wel een onderzoek is gepleegd om te achterhalen of beschermde flora en fauna aanwezig is. Jammer genoeg is zo’n onderzoek prijzig en vaak een reden om dit achterwege te laten.



Jij en ik zijn tijdelijk
Wij mensen zijn tijdelijk op aarde. We mogen met al onze bescheidenheid aan iets moois werken op deze aarde. Waarom kunnen we dan niet iets betekenen voor de natuur om ons heen? Wij verstoren de aarde al genoeg met onze aanwezigheid. Kijk alleen maar naar het plastiek overschot, drijvend op zee en zwervend op het land....

Doe iets en ga er alsjeblieft niet laconiek mee om. Alle kleine “beestjes en plantjes” helpen!


Zoals de titel al suggereert; wordt vervolgd.

(Dit artikel was reeds gepubliceerd via: http://satijnplus.blogspot.nl/)

tentoonstelling 'stadsliefde'

©A.M. Valleau

De tentoonstelling 'stadsliefde' loopt door tot 3 juli aanstaande.
Mochten jullie het nog willen zien, dan kan dit nog.
Te bezoeken bij Ragazza, Kapoenstraat 17 in Maastricht, tijdens openingsuren,
schuin tegenover de boekhandel de Tribune.
Veel kijkplezier!

Don Quichot | 01 Bouwhistorie









Nieuw in oud
Ingeval ons architectenbureau betrokken is bij Rijksmonumenten om deze een nieuwe bestemming te geven en dus te verbouwen, baseren we ons nieuwe ontwerp op het bouwhistorisch rapport. Dit bouwhistorisch rapport wordt opgesteld door een bouwhistoricus. Diegene die de laagste offerte heeft gemaakt wordt vaak het werk gegund.
Dit bouwhistorisch rapport is zo belangrijk dat het als ‘wet’ gezien wordt voor opdrachtgever en voor de gemeente en wordt dus de basis voor het beoordelen van een plan en voor het nieuwe ontwerp.

Bouwhistorisch rapport is leading
Als bouwkundig tekenaar én als monument geëngageerde, moet ik helaas vaak constateren dat deze rapporten niet kloppen. Uit eigen ervaring een voorbeeld: een trap moet behouden blijven, want volgens het rapport is deze uit 1850 afkomstig. Wij hebben onze twijfels en vragen een second opinion. Deze deskundige bevestigt onze bevindingen; de trap is uit 1960 en dus van hele andere waarde.
Een ander voorbeeld is dat er drie deuren aanwezig zijn in achtereenvolgende ruimten en dus ook een aantal muren. Allen identiek maar twee ervan worden in het bouwhistorisch rapport gekenmerkt als waardevol en de derde als ‘indifferent’? Dit kan toch niet kloppen?



Ongezien moois
Ook zie ik tijdens een rondgang door het pand, andere historisch waardevolle elementen die in het rapport totaal niet omschreven worden en waarvan ik zeker weet dat ze behouden moeten blijven.
Als betrokken professional voel ik mij verplicht om niet klakkeloos het bouwhistorisch rapport, de ‘wet’ te volgen. Er mag niet nog meer waardevol materiaal verloren gaan.

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoals zo vaak; prijs mag niet alleen leidend zijn in de keuze van partners in een bouwproces.
Monumenten verdienen een kwalitatief deskundige bouwhistoricus. Het bouwhistorisch rapport moet bovendien als basisrapport gehanteerd worden, maar niet als ‘wet’. Niemand mag zich hierachter verschuilen.
De betrokken partners hebben ook kennis en competentie in huis om het bouwhistorisch rapport aan te vullen en te verbeteren. Dit geldt zowel voor het betrokken architectenbureau als de gemeente en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Allen kunnen hun steentje bijdragen en hun verantwoordelijkheid nemen.
Onze monumenten zijn het waard!

Zoals de titel al suggereert; wordt vervolgd.

(Dit artikel was reeds gepubliceerd via: http://satijnplus.blogspot.nl/)

Stadhuis Maastricht 04 – Hollands Glorie/ Onzichtbare schilderijen


Het stadhuis Maastricht staat al 350 jaar en wordt nog dagelijks gebruikt.
De LGOG organiseert samen met de gemeente een lezingenreeks. Zaterdag 24 mei was de laatste lezing van de eerste vier.

Angelique Friedrichs van de SRAL (Stichting Restauratie Atelier Limburg) ging ons vertellen over onderzoek, advies en restauratie van de historische binnenruimten.

Voordat ze advies kunnen geven, gaan ze eerst op onderzoek. Het onderzoek was al vier jaar geleden begonnen. Nu werd het onderzoek voortgezet. Onderzoek naar oude archiefstukken waarin staat welke restauraties al hebben plaatsgevonden en hoe deze zijn uitgevoerd.
Onderzoek naar de geschiedenis middels kleuronderzoek, strijklicht, ultraviolet fluorescentie, oplosmeting van de verflagen, de manier van schilderen, en de schoonmaaktest of een combinatie van de voorgaande systemen om zo te achterhalen wat er werkelijk gebeurd is en of dit klopt met de archiefstukken.

Na een onderzoek kunnen ze de kleuren bijvoorbeeld herstellen om de oorspronkelijk architectuur te herstellen. Daarbij wordt steeds gekeken naar de relaties van de verschillende elementen in de ruimte omdat ze samenhangen.

Ze kunnen onder andere de vervuiling en de verkleurde vernislaag verwijderen zodat de schilderijen hun oorspronkelijke frisse kleuren terugkrijgen. Er was al een proefstrook te zien vanaf het plein. De schilderijen van het plein dateren uit 1669- 1671.

Ook liet ze ons een foto zien bij daglicht genomen over een stukje plafond zoals wij die kunnen zien vanaf het plein. Op de foto zagen we alleen schittering van het licht van buiten. Daarna kwam er een foto van dezelfde plafonddeel waar schilderijen tevoorschijn kwamen in de plaats van de schittering. Toen kwam de vraag: waarom zien we, als bezoeker, de schilderijen niet? Wat was de oorspronkelijke bedoeling van de schilderijen? Is er misschien iets in de architectuur gewijzigd? Helaas was daar nog geen antwoord op. Als toeschouwer ga je dan na de lezing rondlopen en kijken, op onderzoek, maar het antwoord ligt niet voor de hand.

Het natuursteen van de muren buiten en binnen verschillen nogal van kleur. Wat blijkt, de natuurstenen wanden binnen zijn ooit overgeschilderd. De voegen van de wanden aan het plein storen nu. In vergelijking met vroeger middels een foto waren de voegen niet duidelijk aanwezig. Het ijzer in de voegspecie is gaan oxideren waardoor het bruin is uitgeslagen.

Na alle adviezen en hieruit gekomen besluiten wordt er gerestaureerd. Als de restauratie  heeft plaatsgevonden, schrijft zij onder andere over het uitgevoerde werk zodat de toekomstige generatie de informatie eruit kan putten. Het onderzoek wordt in 2015 vervolgd en de restauratie wordt waarschijnlijk uitgevoerd in 2016.


Tot gauw met een nieuw item! Laat u verrassen!

Stadhuis Maastricht 03 - De zingende kroonluchters

Op zondag 18 mei sprak Eloy Koldeweij in het kader van de lezingenreeks 350jaar Stadhuis Maastricht georganiseerd door het LGOG over de interieurs van het stadhuis.

Allereerst begon hij over de herindeling van de gemeenten in Nederland en wat dit teweeg brengt. Het is namelijk zo dat door de samenvoeging van gemeenten vele gemeentehuizen c.q. stadhuizen leeg komen te staan wachtend op een nieuwe bestemming die er maar niet komt.


Ook vertelde hij ons dat er in Nederland maar pas 16 jaar zorg is voor het interieur.
Het is nog niet als geheel wettelijk beschermd maar de nieuwe Erfgoedwet zal in 2016 hier verandering in brengen.

Dat het stadhuis nog steeds gebruikt wordt waarvoor het bedoeld is,  is heel bijzonder en dat staat buiten kijf.

Het interieur bestaat uit drie onderdelen namelijk het organisatie van de ruimten in het gebouw, de afwerkingen van de wanden, vloeren, plafonds en dergelijke en de roerende zaken.

Wat is er nog 17e eeuws in het gebouw? Dat is een hele belangrijke vraag. Hij ging daar uitgebreid op in.
Zo vertelde hij ons wat er in de loop van de tijd toegevoegd is of veranderd is. De veranderingen waren meestal het gevolg van schade dat niet hersteld kon worden.

De wandtapijten zijn de duurste afwerking in het gebouw gevolgd door het goudlerenbehang.
Éen ruimte is niet oorspronkelijk ingericht, maar de inrichting komt van een pand dat afgebroken is. Het is de Gagini ruimte, heel imposant.

Na de lezing kregen we een rondleiding. Omdat de groep groot was, werd het gesplitst. Toen ik naar het uitleg van de heer Koldeweij stond te luisteren in de burgemeesterskamer begonnen de kroonluchters te zingen als gevolg van de trillingen in de vloer van de tweede verdieping.

Volgende week, voorlopig de laatste lezing!

Wordt vervolgd!

Stadhuis Maastricht 02 - Bescheiden zijn en twijfelen


In het kader van de lezingenreeks georganiseerd door het KLGOG over 350 jaar Stadhuis Maastricht kwam de architect Maarten Fritz op zondag 11 mei ons toespreken.

In zijn betoog vertelde hij ons over de plannen die hij heeft voor de restauratie en verbouwing voor het interieur van het stadhuis.Het waren weliswaar suggesties die de politiek van Maastricht nog moeten goedkeuren maar het was bijzonder boeiend, inspirerend en poëtisch.

Om het woord restauratie te illustreren, vertelde hij ons over het kapotte kopje van oma's servies. Het oortje van het kopje is kapot. Het ligt naast het kopje of erin. Het moet gerepareerd worden zodat het weer gebruikt kan worden. Dat is niet anders met het restaureren van een gebouw. Hierbij wordt alleen de schade hersteld.
Om de schade inzichtelijk te maken, wordt er een opnamerapport gemaakt. Vanuit het rapport kan voor elk schadegeval bepaald worden wat er moet gebeuren. Soms is het alleen nodig de schade te fixeren zodat het niet verder kapot gaat en daardoor geen vervolgschade kan ontstaan.

Hij vertelde ons hoe uniek het is voor Nederland dat het stadhuis nog steeds functioneert waarvoor het 350 jaar geleden gebouwd is. Daarbij schrikt hij soms over hoe het stadhuis gebruikt wordt, zoals tijdens de Amstel Gold Race. Maar goed, het gebouw wordt gebruikt en dat is het voornaamste.

Balans en harmonie waren twee belangrijke woorden in zijn betoog. Hij wil graag het balans in kwaliteiten van ruimten terugbrengen en in gebruik van ruimten terugbrengen. Dat illustreerde hij met schema's van de plattegronden van de verschillende verdiepingen. Ook hierbij had hij een rapport opgesteld van de waarden van de ruimten en de waarden van het gebruik. Dat was heel verhelderend.

Er zitten vele tijdlagen in het gebouw die hij wil respecteren tijdens de verbouwing.

Een mooie uitspraak van Maarten:
"Met beeldende kunst kom je net even van de vloer."
Met deze uitspraak doelde hij op alle waardevolle roerende elementen die in het stadhuis te vinden zijn. Dat zijn de meubilair, de wandtapijten, de schilderijen, de boekenkasten. Hij doelde ook op onroerende waardevolle elementen als de schouwen, lambrisering, stucplafond, goudleerbehang en ga zo maar door.

In 1995 had ik een lezing bijgewoond van Wim Quist. Hij vertelde ons hoe je een goede architect herkent. Je herkent hem aan het tegelwerk in de toiletten. Helaas heb ik in elk gebouw die ik van Wim Quist heb bezocht niet het toilet gevonden dat hij bedoelde. Wel heb ik zo'n toilet ontdekt in een gebouw van Benthem Crouwel Architecten.
Deze keer begon Maarten ook over het toilet. Schijnbaar is dit een hele belangrijke ruimte als zulke bekende architecten erover beginnen.
Maar goed, Maarten vertelde ons dat als wij een toilet bezoeken dat je het gevoel moet hebben dat je in het huis bent en niet het gevoel hebt dat je ergens anders bent. En zo wil hij tijdens de verbouwing de toiletruimte de kwaliteit geven van de ruimten eromheen. De kwaliteit, die bijvoorbeeld hierboven op de foto goed te zien is, is niet gering, maar is het wel haalbaar?

Tijdens de vragenronde kwam er nog een tweede mooie uitspraak:
"Bescheiden zijn en twijfelen als je even aan een gebouw mag zitten."
Zo zitten wij, werkzaam in de monumenten, tijdelijk aan zo'n schitterend bouwwerk dat nog hopelijk eeuwen meegaat.

En met zo'n mooie uitspraak beëindig ik deze mededeling.
Wordt vervolgd!


Stadhuis Maastricht 01 - 350 jaar!!!!!




In de maand mei organiseert het Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht in samenwerking met de gemeente Maastricht een lezingenreeks. Dit gebeurt omdat het stadhuis van Maastricht dit jaar 350 jaar geleden is opgeleverd en in gebruik genomen.

Zondag 4 mei vertelde Koen Ottenheym over het ontwerp van het stadhuis van Pieter Post. 
Interessant is dat het ontwerp één op één voortkomt uit de organisatie van de belangrijkste functie. 
Destijds was niet het bestuur van de stad de belangrijkste functie in het huis maar de rechtbank.
Even kort een schema:

bestuur              <                   raad                  >                 gerecht
(burgemeesters)               (vroedschap)                              (schepenen)
                                                 |
                                          financiën
                                        (tresoriërs)

Deze schema toont als het ware de blauwdruk van stadhuizen in de Nederlanden in die periode. En zo vind je dit terug bijvoorbeeld het stadhuis van Amsterdam, nu Paleis op de Dam.

Helaas was het voor Maastricht anders. Maastricht viel destijds onder twee heerlijkheden namelijk de hertog van Brabant en de prinsbisschop van Luik. Zo kregen beiden de functies toebedeeld waardoor het stadhuis plattegrond een iets andere vorm kreeg dan de rest van Nederland.

In elk stadhuis vindt men een plein. Een plein waar de bevolking van de stad kon afspreken. Een stuk van zo'n openbare plein was gereserveerd door het uitspreken van 'halszaken' ofwel de doodstraf. Dit stukje plein heet de vierschaar.
In het stadhuis van Maastricht bevindt zich deze ruimte precies op het kruispunt van alle functies van beide heerlijkheden. Dus werd de halszaak gezamenlijk uitgesproken.

Wat jammer is, is dat op de plaats van het huidige stadhuis vroeger een lakenhal, een belfort en de gevangenpoort stond. Deze gebouwen hebben moeten wijken voor het nieuwe stadhuis. De lakenhal is verwerkt in het stadhuis op straatniveau en de belfort is nu de toren op het stadhuis.

Peter de Grote is ooit in Maastricht geweest. Toen hij terugging naar Rusland nam hij de tekening van het stadhuistoren mee en heeft het thuis in de buurt van Moskou in een kloostercomplex laten nabouwen.

Koen Ottenheym vertelde nog meer interessante items maar ik laat het hierbij.

Wordt vervolgd!

De muur als landschap - de lege muren van het Kröller-Müller museum



Het was zondag 20 april 2014 en een gedeelte van Nationaal Park de Hoge Veluwe stond in brand.
Na kort overleg tussen brandweer en museum directeur is het museum die dag om 12 uur gesloten, alle mensen buiten en alle schilderijen opgeborgen op een veilige plaats.
Spannend!
Op maandag was de brand gedoofd, de brandweer was nog aan het nablussen en het museum opende weer zijn deuren.
Toen wij daar aankwamen, was het druk, wellicht omdat de toegang tot het park bij Schaarsbergen gesloten was.
In het museum kregen we een briefje bij de ingang dat we nog een keer kunnen terugkomen dit jaar voor niets. Waarom kregen we dit briefje? Omdat ondanks alle inspanning van de museummedewerkers het niet gelukt was om alle werken terug te hangen op de oorspronkelijke wanden.

De belangrijkste werken, die van Van Gogh, waren alle retour.

En zo bezochten we een museum met enkele ruimten waar de schilderijen op de vloer stonden en de muren leeg waren. Toch gek om een Renoir op de vloer te zien en toch zo bijzonder want zo zien we het museum niet vaak. Je raakt geïnspireerd door de lege wanden die dan als landschap dienen.

Tot het volgende bericht!

Tentoonstelling Weltsichten in Bonnefantenmuseum



Weltsichten - Landschap in de kunst vanaf de 16e eeuw tot nu.
Een schitterende tentoonstelling in het Bonnefantenmuseum. De moeite waard om te bezoeken als landschap je interesseert.

Als aanvulling op de tentoonstelling organiseerde Studium Generale in Maastricht een collegereeks van Ko van Dun. Helaas werd hierin te veel gesproken over de landschap in de schilderkunst in de 16e en 17e eeuw. De overige perioden zijn te weinig behandeld.

Tevens was het jammer dat als het als aanvulling functioneert op de tentoonstelling dat er helemaal niet gesproken werd over het fotografische gedeelte van de tentoonstelling.

Bij de geweldige rondleiding gegeven door de curatoren is de fotografie jammer genoeg overgeslagen.

Dit gedeelte van de tentoonstelling verdient de aandacht. Er zijn schitterende foto's van vele grote namen.

Dus dan maar zelf inzicht krijgen en je laten raken door de geweldige foto's van ongeveer een eeuw fotografie.

Toch maar bezoeken!

Steun van de boekhandel de Tribune




Als boekenliefhebber en koper kreeg ik zomaar van boekhandel de Tribune in de Kapoenstraat te Maastricht, reclame voor mijn fotoexpositie aan de overkant bij Ragazza.

Hartelijk dank, Gert-Jan en Gerome!

Tentoonstelling stadsliefde


Sinds 4 april is bij kapsalon Ragazza, Kapoenstraat Maastricht, de fotoserie 'Stadsliefde' te bekijken.
Geïnspireerd door het boek van Adriaan van Dis over zijn liefde voor Parijs, is deze fototentoonstelling het vervolg op de tentoonstellingen c.q. series 'binnen' en 'thuiskomen'.

De toegang is vrij. Geniet ervan!

Alfred Smith et Bordeaux

 © Alfred Smith - Les quais de Bordeaux

À ma dernière visite à Bordeaux, j'ai visité entre autre le musée des Beaux-Arts. Le musée venait d'être restaurer et améliorer.
Pendant cette visite, j'ai fait la connaissance du peintre Alfred Smith et surtout de son tableau Les quais de Bordeaux, le soir, 1892(ci-dessus). Ce tableau m'intrigue à cause de cette lumière extraordinaire. Cette lumière entre le jour et la nuit, le crépuscule à la tombée de la nuit, si bien peint sur cette toile. À travers les silhouettes peintent on appercoit Bordeaux et tout le reste est pour l'imagination.

C'est dommage que le livre Alfred Smith - un regard sur la vie moderne ne soit plus en librairie. Ce qui me reste c'est cette photo prise négligemment.

Kunst om van te snoepen - TEFAF 2014

© bonbon art by Peter Anton
at Gallery Delaive (Amsterdam) on TEFAF 2014 

Zoals elk jaar is er schone kunst te bewonderen bij de TEFAF in Maastricht, zoals deze bonbondoos met deels aangevreten bonbons en resten ervan.

Zoals iemand zei: " Het is alsof je in het perfecte museum loopt."
En dat is ook zo, alle vormen van kunst die handelbaar is, is op deze beurs te vinden. Met andere woorden: er is voor ieder wat wils. Mocht je toch gaan en niet geïnteresseerd zijn in de kunst, kun je altijd nog de mensen observeren, ook een interessant onderwerp op zich. Genoeg om je te vermaken!

In de hele stad merk je dat de beurs tijdelijk aanwezig is en op volle toeren draait. Dat is goed voor de economie van de omgeving!
Hopelijk kunnen we er weer een jaar tegenaan. Tot volgend jaar.

Tentoonstelling Ragazza Maastricht



 Kapoenstraat, Maastricht

Vanaf 4 april aanstaande, zijn enkele foto's van de laatste serie Stadsliefde tijdelijk te bewonderen bij Ragazza in de Kapoenstraat op nr. 17 te Maastricht. Het is vrij toegankelijk tijdens de openingstijden.

Geniet ervan!

Alexander Simays - Maastricht

©A. Simays/RHCL
 
Wat Eugène Atget (1857-1927) was voor Parijs, is Alexander Simays (1866-1944) voor de stad Maastricht.
Het documenteren van de stad middels de technische camera, glasnegatieven en het geduld dat nodig is voor het nemen van elke foto. Er zijn nauwelijks mensen zichtbaar op de foto's, dit komt door de lange sluitertijden (net als Atget) maar de veranderende stad werd vastgelegd (hoe tegengesteld klinkt dit?).

Simays werkte in opdracht van de gemeente Maastricht, voor de commissie voor de monumenten van geschiedenis en kunst. De gemeente veranderde haar houding ten aanzien van oude gebouwen in de stad. Ze wilde meer behouden en documenteren. Vanaf 1912 werden foto's genomen van bedreigde gevels, straatwanden en bouwornamenten (gevelstenen, vensterkozijnen, schoorsteenmantels, trappen, stucwerk, poorten bij woningen, uithangborden, stadspompen en zo verder). Ook de verdere afbraak van de na de ontmanteling van de vesting werd gedocumenteerd. Vele kastelen, kloosters, abdijen en dergelijke hadden geleden tijdens de revolutie, eerst door plunderingen en brandstichting en later door verwaarlozing. Een enkele vermogende particulier redde wel eens een gebouw voor verder verval.
De ommekeer van afbraak naar behoud was een algemene houding in Europa ten opzichte van oude bijzondere gebouwen. De mentaliteit veranderde ten gunste van wat we nu monument noemen.

Alexander Simays nam zijn foto's tussen 1912 en 1940. Hij fotografeerde met een grote platencamera (technische camera) op een houten driepootstatief. De camera had hij ver voor 1900 gekocht. Het moet wel heel omslachtig zijn geweest om al het materiaal/ materieel dat nodig is om een foto te maken elke keer mee te nemen, te sjouwen als het ware. Maar ja dat deed Eugène Atget ook en zover ik weet Indra Moonen heden ten dage ook. De glasplaten die hij gebruikte, hebben een maat van 18 bij 24 centimeters en zijn voorzien van en lichtgevoelige laag op gelatine basis. Ze zijn nu te vinden bij het Regionaal Historisch Centrum Limburg.

Hij was lid van de vereniging voor amateurfotografen vanaf eind 1893 of begin 1894 tot 1905. Hij gebruikte daglichtpapier en maakte albuminedrukken. In totaal heeft hij ruim 1250 foto's geschoten.
Hij wist veel over zijn stad Maastricht en hij hield erg van de stad.

Al zijn foto's zijn digitaal te bekijken en bewonderen via het beeldbank van de website van het Regionaal Historisch Centrum Limburg.

Het nieuwe jaar!

De beste wensen voor het nieuwe jaar! Gezond en wel!
Best wishes for the new year!