Maastricht

Maastricht
©A.M. Valleau

Stadhuis Maastricht 03 - De zingende kroonluchters

Op zondag 18 mei sprak Eloy Koldeweij in het kader van de lezingenreeks 350jaar Stadhuis Maastricht georganiseerd door het LGOG over de interieurs van het stadhuis.

Allereerst begon hij over de herindeling van de gemeenten in Nederland en wat dit teweeg brengt. Het is namelijk zo dat door de samenvoeging van gemeenten vele gemeentehuizen c.q. stadhuizen leeg komen te staan wachtend op een nieuwe bestemming die er maar niet komt.


Ook vertelde hij ons dat er in Nederland maar pas 16 jaar zorg is voor het interieur.
Het is nog niet als geheel wettelijk beschermd maar de nieuwe Erfgoedwet zal in 2016 hier verandering in brengen.

Dat het stadhuis nog steeds gebruikt wordt waarvoor het bedoeld is,  is heel bijzonder en dat staat buiten kijf.

Het interieur bestaat uit drie onderdelen namelijk het organisatie van de ruimten in het gebouw, de afwerkingen van de wanden, vloeren, plafonds en dergelijke en de roerende zaken.

Wat is er nog 17e eeuws in het gebouw? Dat is een hele belangrijke vraag. Hij ging daar uitgebreid op in.
Zo vertelde hij ons wat er in de loop van de tijd toegevoegd is of veranderd is. De veranderingen waren meestal het gevolg van schade dat niet hersteld kon worden.

De wandtapijten zijn de duurste afwerking in het gebouw gevolgd door het goudlerenbehang.
Éen ruimte is niet oorspronkelijk ingericht, maar de inrichting komt van een pand dat afgebroken is. Het is de Gagini ruimte, heel imposant.

Na de lezing kregen we een rondleiding. Omdat de groep groot was, werd het gesplitst. Toen ik naar het uitleg van de heer Koldeweij stond te luisteren in de burgemeesterskamer begonnen de kroonluchters te zingen als gevolg van de trillingen in de vloer van de tweede verdieping.

Volgende week, voorlopig de laatste lezing!

Wordt vervolgd!

Stadhuis Maastricht 02 - Bescheiden zijn en twijfelen


In het kader van de lezingenreeks georganiseerd door het KLGOG over 350 jaar Stadhuis Maastricht kwam de architect Maarten Fritz op zondag 11 mei ons toespreken.

In zijn betoog vertelde hij ons over de plannen die hij heeft voor de restauratie en verbouwing voor het interieur van het stadhuis.Het waren weliswaar suggesties die de politiek van Maastricht nog moeten goedkeuren maar het was bijzonder boeiend, inspirerend en poëtisch.

Om het woord restauratie te illustreren, vertelde hij ons over het kapotte kopje van oma's servies. Het oortje van het kopje is kapot. Het ligt naast het kopje of erin. Het moet gerepareerd worden zodat het weer gebruikt kan worden. Dat is niet anders met het restaureren van een gebouw. Hierbij wordt alleen de schade hersteld.
Om de schade inzichtelijk te maken, wordt er een opnamerapport gemaakt. Vanuit het rapport kan voor elk schadegeval bepaald worden wat er moet gebeuren. Soms is het alleen nodig de schade te fixeren zodat het niet verder kapot gaat en daardoor geen vervolgschade kan ontstaan.

Hij vertelde ons hoe uniek het is voor Nederland dat het stadhuis nog steeds functioneert waarvoor het 350 jaar geleden gebouwd is. Daarbij schrikt hij soms over hoe het stadhuis gebruikt wordt, zoals tijdens de Amstel Gold Race. Maar goed, het gebouw wordt gebruikt en dat is het voornaamste.

Balans en harmonie waren twee belangrijke woorden in zijn betoog. Hij wil graag het balans in kwaliteiten van ruimten terugbrengen en in gebruik van ruimten terugbrengen. Dat illustreerde hij met schema's van de plattegronden van de verschillende verdiepingen. Ook hierbij had hij een rapport opgesteld van de waarden van de ruimten en de waarden van het gebruik. Dat was heel verhelderend.

Er zitten vele tijdlagen in het gebouw die hij wil respecteren tijdens de verbouwing.

Een mooie uitspraak van Maarten:
"Met beeldende kunst kom je net even van de vloer."
Met deze uitspraak doelde hij op alle waardevolle roerende elementen die in het stadhuis te vinden zijn. Dat zijn de meubilair, de wandtapijten, de schilderijen, de boekenkasten. Hij doelde ook op onroerende waardevolle elementen als de schouwen, lambrisering, stucplafond, goudleerbehang en ga zo maar door.

In 1995 had ik een lezing bijgewoond van Wim Quist. Hij vertelde ons hoe je een goede architect herkent. Je herkent hem aan het tegelwerk in de toiletten. Helaas heb ik in elk gebouw die ik van Wim Quist heb bezocht niet het toilet gevonden dat hij bedoelde. Wel heb ik zo'n toilet ontdekt in een gebouw van Benthem Crouwel Architecten.
Deze keer begon Maarten ook over het toilet. Schijnbaar is dit een hele belangrijke ruimte als zulke bekende architecten erover beginnen.
Maar goed, Maarten vertelde ons dat als wij een toilet bezoeken dat je het gevoel moet hebben dat je in het huis bent en niet het gevoel hebt dat je ergens anders bent. En zo wil hij tijdens de verbouwing de toiletruimte de kwaliteit geven van de ruimten eromheen. De kwaliteit, die bijvoorbeeld hierboven op de foto goed te zien is, is niet gering, maar is het wel haalbaar?

Tijdens de vragenronde kwam er nog een tweede mooie uitspraak:
"Bescheiden zijn en twijfelen als je even aan een gebouw mag zitten."
Zo zitten wij, werkzaam in de monumenten, tijdelijk aan zo'n schitterend bouwwerk dat nog hopelijk eeuwen meegaat.

En met zo'n mooie uitspraak beëindig ik deze mededeling.
Wordt vervolgd!


Stadhuis Maastricht 01 - 350 jaar!!!!!




In de maand mei organiseert het Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht in samenwerking met de gemeente Maastricht een lezingenreeks. Dit gebeurt omdat het stadhuis van Maastricht dit jaar 350 jaar geleden is opgeleverd en in gebruik genomen.

Zondag 4 mei vertelde Koen Ottenheym over het ontwerp van het stadhuis van Pieter Post. 
Interessant is dat het ontwerp één op één voortkomt uit de organisatie van de belangrijkste functie. 
Destijds was niet het bestuur van de stad de belangrijkste functie in het huis maar de rechtbank.
Even kort een schema:

bestuur              <                   raad                  >                 gerecht
(burgemeesters)               (vroedschap)                              (schepenen)
                                                 |
                                          financiën
                                        (tresoriërs)

Deze schema toont als het ware de blauwdruk van stadhuizen in de Nederlanden in die periode. En zo vind je dit terug bijvoorbeeld het stadhuis van Amsterdam, nu Paleis op de Dam.

Helaas was het voor Maastricht anders. Maastricht viel destijds onder twee heerlijkheden namelijk de hertog van Brabant en de prinsbisschop van Luik. Zo kregen beiden de functies toebedeeld waardoor het stadhuis plattegrond een iets andere vorm kreeg dan de rest van Nederland.

In elk stadhuis vindt men een plein. Een plein waar de bevolking van de stad kon afspreken. Een stuk van zo'n openbare plein was gereserveerd door het uitspreken van 'halszaken' ofwel de doodstraf. Dit stukje plein heet de vierschaar.
In het stadhuis van Maastricht bevindt zich deze ruimte precies op het kruispunt van alle functies van beide heerlijkheden. Dus werd de halszaak gezamenlijk uitgesproken.

Wat jammer is, is dat op de plaats van het huidige stadhuis vroeger een lakenhal, een belfort en de gevangenpoort stond. Deze gebouwen hebben moeten wijken voor het nieuwe stadhuis. De lakenhal is verwerkt in het stadhuis op straatniveau en de belfort is nu de toren op het stadhuis.

Peter de Grote is ooit in Maastricht geweest. Toen hij terugging naar Rusland nam hij de tekening van het stadhuistoren mee en heeft het thuis in de buurt van Moskou in een kloostercomplex laten nabouwen.

Koen Ottenheym vertelde nog meer interessante items maar ik laat het hierbij.

Wordt vervolgd!