Maastricht

Maastricht
©A.M. Valleau

Don Quichot | 04 Restauratie - beperk de ingreep zoveel mogelijk

‘A thing of beauty is a joy for ever:
Its loveliness increases; it will never
Pass into nothingness; but still will keep … ‘


De eerste regels van het gedicht Endymion, geschreven door John Keats in 1818. Deze woorden zouden betrekking kunnen hebben op het gebouwd monument.


Museum aan het Vrijthof | Maastricht

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft zes esthetische uitgangspuntenontwikkeld voor het restaureren van monumenten.
Dit keer aandacht voor het tweede esthetisch uitgangspunt.
‘Beperk de omvang van de ingreep zo veel mogelijk’ luidt het uitgangspunt.

De praktijk
Een oud gebouw heeft schade en vertoont gebreken. De oorzaken kunnen heel verschillend zijn. Zo kan het materiaal vergaan zijn in de loop van de tijd. Of aangetast zijn door insecten of door dieren. Het bouwelement kan ook door gebruik versleten zijn. En zo zijn er tal van oorzaken te benoemen.

Het oude gebouw, in dit geval een Rijksmonument, heeft een onderhoudsbeurt nodig om de kapotte en niet meer functionerende bouwelementen te repareren of te herstellen. Vaak genoeg is dit beeld te herkennen zowel op het platteland als in de stad.

Het gebouw staat fier overeind, wellicht al eeuwen lang. De onderdelen zijn deels oorspronkelijk. En nu is het verval nabij door achtergebleven onderhoud.
Als restauratiedeskundige begint het dan te kriebelen. Gedachten stromen door het hoofd met als conclusie: “Daar moet iets aan gebeuren anders is het verval onherstelbaar. Eeuwig zonde!”

In vele gevallen komt men gelukkig naar ons bureau toe voor degelijk advies en begeleiding van de noodzakelijke restauratie.

Onderzoek
Het gebouw wordt van alle kanten bekeken. Met het blote oog, met de verrekijker en met de zaklamp wordt elke vierkante centimeter bestudeerd. Met potlood en papier wordt alle opnames genoteerd en getekend. Met de camera wordt een en ander vastgelegd. Er wordt ook nagedacht over de oorzaken van de verschillende schade gevallen.

Uitwerking
Eenmaal terug op kantoor, worden alle bevindingen uitgewerkt in digitale tekeningen. De gebreken, de te repareren onderdelen, de wijze van reparaties worden opgenomen in een uitgebreide technische omschrijving, inclusief fotoreportage. De technische omschrijving geeft bijvoorbeeld ook informatie over de specifieke recepturen voor de te gebruiken species en de kwaliteitseisen t.a.v. de verf.
Als alles in kaart is gebracht en de financiële consequenties duidelijk zijn voor de opdrachtgever dan wordt, na groen licht, het gebouw hersteld.

Weer vanouds
Aangetaste stenen zijn ingeboet en kapotte ruiten zijn vervangen.
Het oude gebouw is helemaal gerepareerd. Een monument gereed voor de toekomst!
Iedereen dolgelukkig zou je denken, totdat je verrast wordt door de opdrachtgever. "Het gebouw is als vanouds. De bijzondere sfeer is behouden. Ik zie nauwelijks wat er allemaal gebeurd is." En lachend voegt hij hieraan toe: "Heb ik daar al mijn geld in gestopt?"


Wellicht geen reactie die je verwacht, maar als restauratiedeskundige denk je: “Dan is het goed. Dan is de omvang van de ingreep zo beperkt mogelijk gebleven.”


Denk dan: ‘A joy for ever’


Tot de volgende keer!

(Dit artikel was reeds gepubliceerd via: http://satijnplus.blogspot.nl/)

Don Quichot | 03 Dilemma’s in de praktijk

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft uitgangspunten ontwikkeld voor het restaureren van monumenten.
Dit zal de Rijksdienst waarschijnlijk uitgebreid toelichten tijdens het symposium “Restaureren met kwaliteit” in oktober dit jaar.

Esthetische uitgangspunten
We zetten de 6 ethische uitgangspunten voor restauratie voor u op een rijtje:

1 - Een ingreep moet de oorzaak van de schade wegnemen
2 - Beperk de omvang van de ingreep zo veel mogelijk
3 - Zet in op herstel van historisch materiaal
4 - Vervang het materiaal als het op is, door hetzelfde materiaal in dezelfde techniek
5 - Behandel eerdere restauraties met respect
6 - Documenteer de ingrepen
(De toepassingen van deze uitgangspunten wordt nader uitgelegd op de site van de RCE).

Uiteraard respecteren wij als bureau deze standpunten en wij handelen er zoveel mogelijk naar. Maar is het, zoals het geschreven is, altijd reëel en uitvoerbaar? Nee, de praktijk blijkt weerbarstiger.

Om punt 1 te illustreren neem ik het voorbeeld van een topmonument in Nederland: het stadhuis in Maastricht.

Het stadhuis is 350 jaar geleden ‘opgeleverd’ en in gebruik genomen door de toenmalige stadbestuurders. Destijds was het interieur nog ruwbouw. Pas later, toen er weer geld voorhanden was, hebben ze geleidelijk het interieur afgewerkt met de rijke smaak die op betreffend moment gold.

Verzakkingen
Rond 1861 is het dakvorm van het stadhuis veranderd waardoor ook de kapconstructie gewijzigd is. De reden destijds was het verbeteren van de afwatering van het regenwater van het dak. Door deze wijziging is de kapconstructie niet meer zo stabiel zoals het oorspronkelijk bedoeld is.
Er verzakken daardoor onderdelen in de kapconstructie, in de vloerconstructie en in de plafondconstructie.

Eén van de verzakkingen is te zien in de doordruk van de plafondschilderingen van het ‘binnenplein’ in het stadhuis. De aftekening van de verzakte houten ribben van het gewelf is doorgedrukt in de schilderingen. Zo jammer!


Plafondschilderingen Stadhuis Maastricht

Hoe lossen we het op?

Wil je respect hebben voor een eerdere transformatie dan kun je in dit geval de oorzaak van de schade niet wegnemen. Wat doe je dan?

Ervoor zorgen dat er geen verdere vervolgschade ontstaat. Dat het geheel gestabiliseerd wordt zodat de constructie in de huidige positie blijft. Het huidige schadeniveau is nog net esthetisch en constructief acceptabel, dus hiermee wordt verder gegaan.

Zo zie je dat je vanuit de praktijk niet altijd kunt voldoen aan alle uitgangspunten van de RCE. Je handelt er wel zoveel mogelijk naar, met respect én gezond verstand ;)


Wordt vervolgd!

(Dit artikel was reeds gepubliceerd via: http://satijnplus.blogspot.nl/)