Maastricht

Maastricht
©A.M. Valleau

Stadhuis Maastricht 02 - Bescheiden zijn en twijfelen


In het kader van de lezingenreeks georganiseerd door het KLGOG over 350 jaar Stadhuis Maastricht kwam de architect Maarten Fritz op zondag 11 mei ons toespreken.

In zijn betoog vertelde hij ons over de plannen die hij heeft voor de restauratie en verbouwing voor het interieur van het stadhuis.Het waren weliswaar suggesties die de politiek van Maastricht nog moeten goedkeuren maar het was bijzonder boeiend, inspirerend en poëtisch.

Om het woord restauratie te illustreren, vertelde hij ons over het kapotte kopje van oma's servies. Het oortje van het kopje is kapot. Het ligt naast het kopje of erin. Het moet gerepareerd worden zodat het weer gebruikt kan worden. Dat is niet anders met het restaureren van een gebouw. Hierbij wordt alleen de schade hersteld.
Om de schade inzichtelijk te maken, wordt er een opnamerapport gemaakt. Vanuit het rapport kan voor elk schadegeval bepaald worden wat er moet gebeuren. Soms is het alleen nodig de schade te fixeren zodat het niet verder kapot gaat en daardoor geen vervolgschade kan ontstaan.

Hij vertelde ons hoe uniek het is voor Nederland dat het stadhuis nog steeds functioneert waarvoor het 350 jaar geleden gebouwd is. Daarbij schrikt hij soms over hoe het stadhuis gebruikt wordt, zoals tijdens de Amstel Gold Race. Maar goed, het gebouw wordt gebruikt en dat is het voornaamste.

Balans en harmonie waren twee belangrijke woorden in zijn betoog. Hij wil graag het balans in kwaliteiten van ruimten terugbrengen en in gebruik van ruimten terugbrengen. Dat illustreerde hij met schema's van de plattegronden van de verschillende verdiepingen. Ook hierbij had hij een rapport opgesteld van de waarden van de ruimten en de waarden van het gebruik. Dat was heel verhelderend.

Er zitten vele tijdlagen in het gebouw die hij wil respecteren tijdens de verbouwing.

Een mooie uitspraak van Maarten:
"Met beeldende kunst kom je net even van de vloer."
Met deze uitspraak doelde hij op alle waardevolle roerende elementen die in het stadhuis te vinden zijn. Dat zijn de meubilair, de wandtapijten, de schilderijen, de boekenkasten. Hij doelde ook op onroerende waardevolle elementen als de schouwen, lambrisering, stucplafond, goudleerbehang en ga zo maar door.

In 1995 had ik een lezing bijgewoond van Wim Quist. Hij vertelde ons hoe je een goede architect herkent. Je herkent hem aan het tegelwerk in de toiletten. Helaas heb ik in elk gebouw die ik van Wim Quist heb bezocht niet het toilet gevonden dat hij bedoelde. Wel heb ik zo'n toilet ontdekt in een gebouw van Benthem Crouwel Architecten.
Deze keer begon Maarten ook over het toilet. Schijnbaar is dit een hele belangrijke ruimte als zulke bekende architecten erover beginnen.
Maar goed, Maarten vertelde ons dat als wij een toilet bezoeken dat je het gevoel moet hebben dat je in het huis bent en niet het gevoel hebt dat je ergens anders bent. En zo wil hij tijdens de verbouwing de toiletruimte de kwaliteit geven van de ruimten eromheen. De kwaliteit, die bijvoorbeeld hierboven op de foto goed te zien is, is niet gering, maar is het wel haalbaar?

Tijdens de vragenronde kwam er nog een tweede mooie uitspraak:
"Bescheiden zijn en twijfelen als je even aan een gebouw mag zitten."
Zo zitten wij, werkzaam in de monumenten, tijdelijk aan zo'n schitterend bouwwerk dat nog hopelijk eeuwen meegaat.

En met zo'n mooie uitspraak beëindig ik deze mededeling.
Wordt vervolgd!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten